Huisdieren opzetten

Je huisdier laten opzetten is hip

‘Maar wat dood is, is dood, de ziel is eruit’

Je allerliefste maatje is niet meer. Je wilt graag iets tastbaars hebben ter herinnering. Een grafje op de dierenbegraafplaats, een schilderij, de laatste halsband, of misschien een mooi sierraad gemaakt van het haar van je beste vriend? Of.. het beestje laten opzetten?! Een trend lijkt geboren.

“Ik zie zeker een groei,” beaamt Marjolein Kramer (35), werkzaam als preparateur in dienst van het Natuurmuseum in Leeuwarden. “Eerder kregen we een paar van zulke opdrachten. Tegenwoordig toch wel zo’n tien per jaar.”

Hoewel de meeste mensen het zich niet voor kunnen stellen, lijkt het dus wel degelijk steeds gangbaarder te worden om je huisdier te laten prepareren.

De mogelijkheden zijn eindeloos. Elk dier, groot, klein, kort- of langharig en elke denkbare houding. Alles kan. Maar er hangt wel een prijskaartje aan.

Werkwijze

Wanneer je je dier wilt laten opzetten, twijfel dan niet en handel snel. “Hoe eerder je ‘m brengt, hoe beter,” aldus Marjolein. “Hij gaat hier vervolgens eerst de vriezer in. Dan stopt het bedervingsproces. Eenmaal ontdooid, moet je er direct mee aan de slag.”

Voordat ze bezig gaat, overlegt Marjolein met de klant hoe deze het dier wil hebben. “Ik adviseer wel, maar als jij je hamster graag in een Mega Mindy-pakje terug wilt, dan kan dat,” zegt Marjolein, terwijl ze bezig is met het lijfje van een ijsvogel, bedoeld voor een nieuwe expositie van het museum. “Een soort robotje wordt het. Deze gaat vliegen, heen en weer schieten op een rails.”

Het daadwerkelijke prepareren begint altijd met het villen van het dier. Marjolein: “Het vel gaat eraf en gaat twee weken in een looibad. Dit om de huid te conserveren. Daarna ga ik het ‘dunsnijden’, zodat het vel overal even dik is. Dit voorkomt dat het krimpt.”

Feitelijk gebruikt Marjolein dus alleen het vel, de vacht, compleet met snorharen. Alleen bij vogels gebruikt ze standaard meer delen van het skelet. Preparateurs worden niet voor niets ook wel ‘taxidermisten’ genoemd, wat letterlijk vertaald ‘het verplaatsen van huid’ betekent.

Na het villen wordt het lichaam nagemaakt, met het oorspronkelijke gevilde lijf als voorbeeld. Meestal wordt daarvoor houtwol gebruikt, dat omwikkeld wordt met garen.“Er zijn kunstvormen op de markt, maar ik maak het liefst alles zelf,” vertelt Marjolein.

Dan volgt de kop. “Dat is boetseerwerk. Die maak ik van klei. Voor de ogen heb ik bakken vol liggen, kant en klaar uit de fabriek.” Ze trekt een kast open en haalt een hele voorraad kattenogen tevoorschijn.

Het lijf en de kop zijn de meest tijdrovende onderdelen voor een preparateur. Zo kost het klaarmaken van bijvoorbeeld een kat ongeveer anderhalve week.

Kostbaar ambacht

Prepareren is een ambacht. Het is maatwerk. En daar betaal je voor. “Eigenlijk zijn wij gewoon kunstenaars,” durft Marjolein te stellen.

Wie zijn dier wil laten opzetten, moet dan ook een flinke portemonnee meenemen.

Marjolein: “We hanteren richtprijzen, maar elke opdracht is anders. Een parkiet kan vanaf 150 Euro, een kat vanaf ongeveer 800. Een hond kost al snel 2000.”

Hoewel het maken van het kunstlichaam veel tijd vergt, is het vooral de soort vacht die de prijs bepaalt. “Met lang haar of met veren kun je veel meer oneffenheden verbergen. Met een korte vacht kan dat niet. Dan moet er veel meer detail in het lichaam. Dat maakt het duurder,” legt Marjolein uit.

Toch is er ook met een kleine beurs van alles mogelijk binnen het prepareren. De eigenaresse van een Drents Heideschaap heeft bijvoorbeeld alleen de kop op laten zetten, voor aan de muur.

Maar zelfs bij Marjolein gaan bij sommige opdrachten de wenkbrauwen omhoog. “Onlangs hebben we één voorpoot van een herder afgeleverd. De hele hond was te duur. En ik heb al eens een sleutelhanger gemaakt van een kattenstaart,” vertelt ze, met de nodige verbazing.

Goed onderhouden gaat je opgezette dier tientallen jaren mee. “Niet in de zon zetten, want dan verbleekt-ie,” adviseert Marjolein. “En het liefst zo weinig mogelijk aanzitten, want jouw huidvet trekt vuil aan.”

De ziel is eruit

Ondanks de groeiende populariteit van het opzetten van huisdieren, waagt lang niet elke preparateur zich er aan.

Want hoe goed een preparateur ook is, het dier blijft dood en komt niet meer terug, hoe graag de eigenaar dat ook zou willen.

Marjolein is er heel duidelijk over: “Ik kan elke kat of hond maken, maar houd voor ogen dat het niet meer jóuw dier is.”

Om ervoor te zorgen dat ze het karakter van het dier toch zoveel mogelijk benadert, vraagt ze altijd om zoveel mogelijk foto’s van het betreffende dier. “Maar de ziel is eruit.”

Het maakt huisdieren niet tot de meest gewilde opdrachten onder preparateurs. Ook Marjolein vindt het lastig, terwijl de reacties van haar klanten positief zijn.

“Het is heel onbevredigend. Ik ben nooit tevreden en heb altijd het gevoel dat het niet goed genoeg is. Katten zijn vooral heel moeilijk, omdat ze zo sierlijk zijn. Die worden dan snel lomp. En klaar is klaar hè, je doet er niets meer aan. Plus dat je altijd te maken hebt met een verdrietige eigenaar.”

Prepareren blijft mensenwerk. Een fout is zomaar gemaakt. Maar bovenal onherroepelijk.

Marjolein: “Ik heb me eens vergist met een konijn. De moeder had hangende oren, dus ik dacht automatisch deze ook. Dat hadden dus staande oren moeten zijn.”

Daar komt bij dat huisdieren vaak niet fris ruiken. “Alles dat niet zijn natuurlijke dieet volgt, vervet van binnen. En dat stinkt.”

Momenteel wacht er in Marjolein’s enorme inloopvriezer vol beesten een prachtige Abessijn. Ze laat ‘m even zien. Zelfs in deze hard bevroren staat is de poes van een enorme schoonheid. Het zal inderdaad geen makkelijke opgave zijn om die schoonheid te behouden.

Groot respect

Marjolein, die het ambacht jaren geleden leerde van de oud-preparateur van het museum, is intussen behoorlijk groot in haar vak – op het NK Prepareren dat elke twee jaar georganiseerd wordt, eindigde ze onlangs nog op een 5de plaats. Voor Marjolein is het bezig zijn met dode dieren dagelijkse kost. Doodnormaal, om het maar even zo te noemen.

Maar dat betekent dat niet dat de dieren haar niets doen. “Ik voel een diep respect en een enorme bewondering voor de natuur als ik met een dier bezig ben. Soms zie je ook echt dat het geleden heeft, door bijvoorbeeld een heel verkrampte houding of bloeduitstortingen. Dat vind ik dan wel zielig. Maar ik vind het nooit vies of eng. Dode dieren horen bij mij, denk ik.”

Een specialiteit heeft Marjolein niet echt, al doet ze het liefst vogels. “Zolang die nog niet wegvliegt, ben ik niet klaar met dit vak,” zegt ze lachend. “Er is altijd wel weer iets te verbeteren.” Het tekent de passie die ze heeft voor haar werk.

“Een goudvis lijkt me heel gaaf om nog een keer te doen. Zo’n sluierstaart. Maar ja, hoe kom je daar aan.”

Toekomst

In de gemiddelde bouwmarktfolder is de dode dieren-trend voor in ons interieur reeds zichtbaar. Veelal betreft het nu nog nagemaakte insecten, maar wie weet waar het heen gaat.

Marjolein: “Wij zijn hier nog niet zo ver, maar in de Verenigde Staten worden huisdieren al gevriesdroogd, zoals je dat met een boeket bloemen zou doen. Het is daar echt business. Ook veel jagers laten graag hun troffeeën opzetten.”

Zelf piekert Marjolein er trouwens niet over om haar katten op te zetten. “Nee, ik hoef die niet in huis. Het leven is er dan uit. Als het dood is, is het dood, ook al is het van mij geweest.”

Of zoals een bezoeker het ooit zo mooi zei: “Evenwel nochtans en desalniettemin, het leven is eruit en komt er niet meer in.” Een waarheid als een.. opgezette koe.

[Sjany Hakvoort (24) liet haar grasparkietje Sweety opzetten.

“Sweety was mijn allereerste huisdier. Hij was er altijd. Toen hij overleed (Sweety werd 17), vond ik het zonde om hem onder de grond te stoppen. Het leek me veel leuker om hem weer terug te zien.” Door een kennis, een verzamelaar van opgezette vogels, kwam Sjany op het idee om Sweety te laten prepareren. Maar het parkietje dat ze uiteindelijk terugkreeg, leek nog maar weinig op Sweety. “Ik schrok heel erg,” vertelt Sjany over het weerzien. “Het was niet meer mijn vogel. Hij had altijd een rond bol koppie met een volle kuif. Maar ik kreeg een heel slank beestje terug.” Sweety’s leeftijd en het feit dat hij op het moment van overlijden in de rui was, hadden het opzetten bemoeilijkt, zo verklaarde de preparateur. Sjany heeft Sweety een mooi plekje gegeven op de kast. “Dan zie ik ‘m toch. En van onderaf valt het koppie niet zo op.”]