Amsterdamse komt thuis bij de Drentse Nachtwacht

Als kind keek ze vanuit haar slaapkamerraam uit op de torentjes van het Rijksmuseum. Ze kwam er graag en zat gebiologeerd voor De Nachtwacht van Rembrandt. Vijftig jaar later is ze zelf één van de 38 schilders die in de voormalige giraffenstal in het Rensenpark mee mogen schilderen aan de Nachtwacht van Emmen. De cirkel is rond.

Emmen / Klazienaveen – “We hadden een kaart van school waarmee ik naar het Rijksmuseum kon. Ik kwam er wekelijks,” vertelt Ellen van de Velde, die 61 jaar geleden geboren werd op de Amsterdamse Lijnbaansgracht. “Voor mijn gevoel zat ik uren voor de Nachtwacht. Ik vond het zó prachtig zoals Rembrandt kon schilderen!”

De kleine Ellen tekende als kind veel. “Ik vond het niet bijzonder. Anderen waren beter, dacht ik. Tot mijn verbijstering won ik op school een tekenwedstrijd. Ik vergeet het nooit meer; ik moest een Romeinse gladiator tekenen.”

Ook haar vader had talent. “Hij beschilderde voor Sinterklaas en Pasen de ramen van het schoollokaal. Levensecht! Amerigo galoppeerde er gewoon af! Maar hij mocht van opa en oma niet naar de Haagse Schildersschool en werd huisschilder.”

Ellen bleek later te stammen uit een waar kunstenaarsgeslacht, iets waar ze in die jaren nog geen weet van had. Haar voorouders, Willem van de Velde de Oude en zijn zonen waren graag geziene schilders die op uitnodiging van Michiel de Ruyter diens zeeslagen op doek vastlegden. Ook hún werk hangt in het Rijksmuseum, notabene op steenworp afstand van de Nachtwacht.

Ellen trouwde, kreeg een zoon, werd zwemjuf en verhuisde uiteindelijk naar Klazienveen. En werd ziek.

“Drie jaar geleden kreeg ik voor de tweede keer borstkanker. Ik zat hier met een kale kop en wilde graag weer eens schilderen, maar kreeg het penseel niet tegen het doek aan. Te onzeker.”

Ze sloot zich aan bij de plaatselijke tekenclub, waar al snel duidelijk werd dat ze meer in haar mars had. Onder de naam Ellen’s Portret-Art timmert de kunstenares intussen behoorlijk aan de weg.   

Op een kunstmarkt hoorde ze van de Nachtwacht van Emmen. “Ik heb me op de valreep opgegeven. Ik móest! Voor mijn vader. Ik dacht het is nu of nooit! Het was een gouwe of een ijzere,” roept de Drentse met haar Amsterdamse tongval enthousiast.

Het project in het Savannegebouw, waarbij de Nachtwacht in zijn totaliteit wordt nageschilderd, is intussen een klein jaar bezig. Volgens de ‘methode Rembrandt’ krijgt de Drentse Nachtwacht steeds meer vorm.

“Door laag over laag aan te brengen, creëren we diepte en schaduweffecten. Precies zoals Rembrandt dat deed,” legt Ellen uit. “Harrie Visser, de creatief leider van Stichting De Nachtwacht van Emmen, bepaalt aan de hand van oefenportretjes wie wat mag en kan. Van hem heb ik een stuk van het schilderij toebedeeld gekregen.”

En dat is niet zomaar een stuk. Ellen schiet vol als ze er over praat. “Alles komt hier voor mij bij elkaar. Wat mijn vader niet heeft mogen doen, kan ik nu wél! Kijk! Zelfs de drie kruizen van Amsterdam staan erop!”