Horse Boy Method in Nederland

Vijftien jaar geleden baarde de Amerikaan Rupert Isaacson wereldwijd opzien met zijn boek The Horse Boy, waarin hij vertelt over de helende kracht van paarden op zijn autistische zoon Rowan. Zijn Horse Boy Method vond daarop navolging over de hele wereld. Ook in ons land. Bit&Cap toog naar de Bio Manege in Arnhem, voor een introductie en workshop Horse Boy Method van trainer en practitioner Carola Beekman.   

 

Carola Beekman: ‘Een kind voor het eerst zien lachen en horen praten; dat is zó’n intens moment’

 

Wat een gezelligheid hier, Carola! Gaat het er altijd zo aan toe tijdens jouw workshops?  

“Zeker! Humor is ontzettend belangrijk. Alles wat je leert met humor en doet met plezier, blijft beter hangen. Maar we zijn wel degelijk serieus bezig hoor.”

Jij bent vandaag actief als Horse Boy trainer. Wat gebeurt hier precies?  

“In twee dagen leren de deelnemers de basisbeginselen van de methodiek. Daarna kunnen ze ervoor kiezen om daadwerkelijk practitioner te worden. Maar dat hoeft niet. We moedigen vooral aan om de opgedane kennis te gebruiken in het werk wat mensen al doen. Zo doen er drie mensen mee die instructeur zijn op een IPG-manege. Maar er doet ook een moeder mee die zelf een zoon heeft met autisme.”  

Net als Rupert Isaacson.

“Precies. Hij heeft deze methodiek ontwikkeld. Zijn zoon Rowan werd op jonge leeftijd gediagnosticeerd met autisme. Wat therapeuten ook probeerden, het werkte allemaal niet en zorgde alleen maar voor meer stress bij Rowan. Bij toeval kwam Rupert erachter dat er een bijzondere klik was tussen de oude merrie van de buren en Rowan - terwijl Rupert zijn zoon uit veiligheidsoverwegingen juist bij paarden had weggehouden. Kort daarop kwam Rupert in contact met Temple Grandin, die het ondanks haar autisme geschopt heeft tot een zeer gerespecteerd en gewaardeerd hoogleraar. “How can my son become you?”, vroeg Rupert haar.”

 

Wat was haar antwoord?

“Ze zei een aantal heel belangrijke dingen: volg je kind in interesse, volg je kind op fysiek vlak - wees in nabijheid - en volg je kind emotioneel, dus zoek naar die dingen waar het kind ontspannen van wordt. Vermijd zoveel mogelijk situaties die je kind stress geven, ga de natuur in en samen zoveel mogelijk bewegen. Rupert besloot dat met Rowan in de praktijk te brengen. Hij is eindeloos gaan paardrijden, met Rowan vóór hem in het zadel. Gaandeweg bouwde hij allerlei leeractiviteiten in. Dat werkte! Volgens de logopedist zou Rowan qua spraak nooit verder komen dan ‘echolalie’, dus dingen nazeggen. Maar al tijdens hun allereerste rit begon Rowan te roepen naar een reiger - Rupert wist niet eens dat hij het woord kende. Na verloop van tijd besloot Rupert playdates te organiseren, om te kijken of wat voor Rowan werkte ook zou werken voor andere kinderen met autisme. Tot op heden is er helaas nog geen specifiek wetenschappelijk onderzoek verricht naar de effecten van Horse Boy Method, maar neurowetenschappers weten feilloos uit te leggen waarom de methodiek werkt en wat die doet voor het menselijk brein.”  

 

Hoe luidt hun uitleg?

“Het heeft allemaal te maken met het ritme van het bewegende paard. Dit rocking your hips in a regular rhythm zorgt voor de aanmaak van het gelukshormoon oxytocine in het brein van de ruiter. Door het ritmische bewegen ontspant namelijk de psoas spier van de ruiter. Die is rechtstreeks verbonden met twee kleine orgaantjes in de hersenen, de amygdala. Deze fungeren als een soort aan en uit knopje voor de aanmaak van het stresshormoon cortisol. Bij mensen met autisme is de psoas spier vrijwel continu aangespannen. Zij maken heel veel cortisol aan, ervaren dus veel stress en zijn daardoor voortdurend ‘in staat van paraatheid’. Uit voorzorg, als overlevingsmechanisme, schakelt hun brein bepaalde functies zelfs helemaal uit. Emotieregulatie, logisch kunnen redeneren, samenwerken of aan een taak kunnen beginnen; het gaat allemaal ‘uit’. Maar ontspant de psoas spier en maakt het brein oxytocine aan, krijgt de ruiter weer toegang tot dat deel van de hersenen dat zorgt voor deze functies. Mensen komen weer open te staan voor communicatie, voor verbinding en zijn in staat om te leren. Daarnaast is bewezen dat we ons makkelijker kunnen concentreren in beweging. Dat komt doordat bij beweging ons evenwichtsorgaan wordt geactiveerd, in hetzelfde deel van de hersenen waar ook ons aandacht centrum zit.”

 

Maar jullie werken ook in stilstand?

“Klopt. Dat is het sensorisch werk, waarmee het aaien van het paard en het in stilstand erop zitten en liggen bedoeld wordt. Dat werkt ontspannend op het zenuwstelsel. Dan is er het duorijden, waarbij het kind voor de practitioner in het zadel zit. Hier komt de ritmische beweging van het paard er dus bij. Dit vergt overigens behoorlijk wat oefening, want sturen met één hand met een kind stijf tegen je aan doe je niet zomaar. Vandaar dat de deelnemers oefenen met Freddy, de teddybeer. Voor kinderen die te groot zijn om nog voorop in het zadel te zitten, is er tenslotte het lange teugelwerk. Alles wat we bij het duorijden doen, kan in principe ook in de lange teugel.” 

 

Wat doen jullie allemaal te paard?

“Wanneer het kind eenmaal ontspannen is en er ruimte is in het brein om te leren, gaan we over tot het aanbieden van diverse spelvormen. Het paard draagt het kind daarbij létterlijk door een spel heen. Zo spelen we bijvoorbeeld spellen in ‘perspectief nemen’. Bij ‘Zie jij wat ik zie’ cirkelen we te paard om de anderen in de bak heen, waarbij we het kind vertellen wat we zien. Want voor ons mag het logisch zijn dat iets er anders uitziet vanaf de andere kant, voor deze kinderen niet. Of dat je moeder kleiner is wanneer ze verder weg is en groter wanneer ze dichterbij is – het spel ‘Kleiner, groter’; voor deze kinderen is dat niet vanzelfsprekend. Bij hen kan dat een enorme verlatingsangst triggeren. Een ander, zogenaamd regel gebonden spel dat we doen vanuit het zadel is tikkertje. Het verschil tussen de tikker zijn of getikt worden, snappen deze kinderen vaak niet. Die rennen maar wat mee, maar wanneer ze zich moeten verplaatsen in de nieuwe rol, weten ze niet wat ze moeten doen. In een groep liggen ze er dan al snel buiten.”

 

Jullie bieden zelfs schoollesstof aan vanuit het zadel?  

“Jazeker. Van lessen in sociale vaardigheden en zelfredzaamheid tot aan aardrijkskunde en geschiedenis. Alles kan. Ik heb een van mijn paarden geleerd haar benen op te tillen wanneer ik hardop tel. Op die manier kan ik kinderen met behulp van vrijheidsdressuur leren tellen. Bovendien; wanneer het kind met een klein woordje of gebaar van zo’n groot dier reactie krijgt, zal het sneller willen praten. Kunnen communiceren is zó belangrijk om op te kunnen komen voor jezelf. Zelfbehartiging, noemen we dat. Wij geven deze kinderen bewust een stem, een keuze, in plaats van alles voor hen te bepalen. Zoals in het bos; wil je hier naar links of naar rechts? Wil je in stap of in draf? Vanzelfsprekend geven we de ouders tips mee, zodat het gezin uiteindelijk onafhankelijk van ons wordt en op eigen kracht door kan.”

 

Komen alle aspecten van de methodiek bij elke casus langs?

“Dat kan, maar het is elke keer maatwerk. Een kind weet niet dat het voor therapie of begeleiding komt. Die komt spelen. Met de ouders heb ik natuurlijk wel duidelijke doelen gesteld. Maar we volgen het kind. Als een kind niet is van het stilzitten of liggen, past sensorisch werk bijvoorbeeld niet.”

 

Welke rol speelt de locatie? We zijn niet voor niets hier, op deze plek?

“We streven altijd naar een zo natuurlijk mogelijke omgeving. Binnen zijn vaak veel prikkels waar mensen met autisme, maar ook mensen met depressie, PTSS en burn-out met wie we werken, last van hebben. Denk aan een ventilatiesysteem dat geluid maakt of Tl-licht dat knippert. Overprikkeling zorgt onherroepelijk voor stress. Om die reden moeten practitioners in spé om gecertificeerd te worden eerst videomateriaal aanleveren, om te laten zien dat hun plek en de paarden waarmee ze willen werken geschikt zijn.”

 

Want niet elk paard is geschikt?  

“Nee, zeker niet. Een paard moet echt worden opgeleid en getraind voor dit werk. Hij moet sowieso bomproof zijn en zonder problemen alleen, zonder kuddegenoot, het bos in kunnen. Fysiek heeft hij een krachtige bovenlijn nodig, want hij moet kunnen verzamelen en gewicht kunnen dragen; er zit bij het duorijden wel anderhalf mens op zijn rug. Daarbij moet hij in staat zijn in een dusdanig langzaam tempo te draven, dat een begeleider het lopend kan bijhouden.”

 

En het tuig? Het zadel dat jullie gebruiken is duidelijk anders?

“Bij het duorijden gebruiken we inderdaad een extra groot westernzadel. Enerzijds omdat we willen dat het kind en de practitioner tegen elkaar aan kunnen zitten – die diepe druk stimuleert eveneens de aanmaak van gelukshormonen. Maar het is ook een kwestie van veiligheid. Degene die achterop zit, moet stabiel kunnen zitten, met stijgbeugels. Stel dat een kind ineens enthousiast omdraait of van het paard wil, dan heb je die steun nodig. Daarnaast gebruiken we een thiedeman teugel, om het sturen met één hand makkelijker te maken en het paard enigszins te begrenzen bij overbuigen.”

 

Dankjewel voor je introductie in deze methodiek! Tot slot; hoe is het nu met Rowan?

“Dat is een stoere ‘dude’ geworden! Die wordt tegenwoordig zélf als spreker uitgenodigd over de hele wereld!”

 

[Kader - Quinten (12), de zoon van Marije du Bois, is onder meer gediagnosticeerd met autisme. Marije nam deel aan de tweedaagse workshop in Arnhem om thuis gerichter met Quinten aan de slag te kunnen gaan.

Marije: “Quinten is vrijwel non-verbaal, heeft erg veel last van spierspanning en soms zelfs, als gevolg van stress, epileptische aanvallen. Wanneer ik hem op mijn Tinker merrie Blue zet, zie ik hem letterlijk ontspannen. Hij kijkt veel meer om zich heen, er is interactie en hij begint zelfs te praten. Hij komt intussen zelf vragen of hij op Blue mag zitten! Blue is heel zacht en voorzichtig met Quinten. Anders dan mijn vroegere sportpaard. Maar ze moet nog een hoop leren. Ik heb haar pas sinds januari en ben haar nog volop aan het opleiden voor dit werk. Ik weet nog niet of ik zelf Horse Boy practitioner wil worden. Voorlopig wil ik lekker thuis oefenen en ontdekken, samen met Quinten en Blue. Maar wie weet!”]

  

[Kader – Carola Beekman is Horse Boy practitioner & (senior) trainer. In 2014 ontmoette ze Rupert Isaacson voor het eerst. Het jaar erop vertrok ze naar Texas om van hem persoonlijk de methodiek te leren. Als geen ander heeft Carola oog voor de, zoals zij noemt, ‘speciale kindjes’. Mede omdat ze er vroeger zelf één was.

 Carola: “Door mij te verdiepen in Horse Boy Method, de werking van ons zenuwstelsel en brein heb ik meer empathie gekregen voor anderen, maar ook voor mezelf. Ik kan hoe mensen reageren vanuit stress nu los zien van mezelf. Ik hoef me hun reactie niet meer aan te trekken. En daar waar het past bij mijn rol als practitioner, kan ik hen erbij helpen. Het is zó mooi wanneer de methodiek werkt en ouders hun kind voor het eerst zien lachen en horen praten! Dat zijn hele intense momenten.”]