Over Kleine Blonde Prins en dingen die nooit meer voorbij gaan
‘Niet zielig, maar gezegend en dankbaar’
Na jaren van wachten werd Hilde (39), lesbisch en alleenstaand, op 13 september 2012 dan eindelijk moeder van een prachtzoon, Hidde. Daarmee ging haar grootste wens in vervulling. En zouden onze wegen zich definitief scheiden. Dacht ik. Het liep even anders..
Op slag verliefd
Zaterdagmiddag 15 september 2012. Met het paardenserviesje onder mijn arm geklemd, loop ik door de ziekenhuisgang. Twee dagen geleden kwam hij ter wereld, kleine Hidde, zoon van Hilde. Via een keizersnede. Omdat hij zo groot was.
Het was druk vanmorgen bij de paarden. Ik had nauwelijks tijd om me op te frissen en mijn spullen bij elkaar te rapen voor vertrek. Meppel is vandaag slechts een tussenstop op weg naar Rotterdam, waar mijn vriendinnetje woont.
Het zweet staat op mijn kop door al het heen en weer gevlieg. Daar, die kamer moet het zijn. De deur is open. Ja, ik zie Hilde. En in dat kleine plastic bedje naast haar ligt de baby.
Ik buig me over het bedje heen, kijk naar het hoopje mens..
En ben op slag verliefd.
Ik feliciteer haar. Ben blij voor haar. Geef het serviesje.. Zoals dat hoort. Maar weet mezelf intussen totaal geen houding te geven.
“Pak hem maar,” zegt ze.
Ik durf niet. Bang dat-ie dan breekt. Of dat ik iets anders klunzigs doe.
Resoluut stapt ze, ondanks de enorme jaap op haar onderbuik, uit bed, pakt Hidde op en legt hem zonder enige reserve in mijn armen.
Later in de trein slik ik mijn tranen weg.
Wat is dit? Wat gebeurt er met mij? Waarom raakt dit jongetje mij zo? Ik heb toch niks met baby’s! Maar dit.. Het is alsof ik hem al ken. Ik moet iets met dit kereltje..
Juli 2017. Hilde en ik zijn closer dan ooit. Hun huis is mijn tweede thuis. Ik ga mee op vakantie en ben regelmatig oppas. Dagen waarop Hidde en ik grootste lol hebben. We dansen door de kamer, zingen keihard Kensington en Freddie mee in de auto en gaan samen “trainuh kaikuh”.
Ik ben niet zijn mama, niet zijn tante, zijn grote zus of nicht. “Jij bent gewoon mijn Judith,” zegt hij. Een groter compliment is niet denkbaar.
Het kan verkeren..
Hilde’s plan
Zeven jaar geleden verhuisden Hilde en ik samen van haar huurflatje in Meppel naar een eengezinswoning. Een koopwoning, gelegen in ‘een groene en kindvriendelijke buurt’. Met haar naaste familie – letterlijk – om de hoek.
Samen inderdaad, want Hilde is mijn ex.
De verhuizing was onderdeel van Hilde’s ‘plan’, vastbesloten als ze was moeder te worden.
“Het is een oergevoel,” vertelt ze. “Ik wilde zo graag zwanger worden. Het zélf beleven. Ik ben lesbisch, maar dát gevoel is hetzelfde.”
Ze had alles uitgedacht. Sinds september 2007 stonden we zelfs op de wachtlijst van het ziekenhuis in Zwolle.. voor een spermadonor.
Ondanks dat ik overal lijfelijk bij aanwezig was, lijkt het achteraf alsof het allemaal buiten mij om is gegaan. Ik was te jong denk ik, niet geland nog, niet volwassen. Spermabank, notaris.. Ik zat erbij en keek ernaar. Wist ik veel waar het over ging. Het was háár plan, niet het mijne. Ik had geen koers en voer mee op de hare.
Onze relatie duurde tot april 2010. Daarna verhuisde ik naar een dorpje in Zuid-Oost Drenthe, de paarden achterna. Vanaf dat moment was Hilde een alleenstaande lesbische vrouw met een kinderwens. Niet bepaald een makkelijke uitgangspositie.
Aanvankelijk vestigde ze haar hoop op de spermabank. Na tig telefoontjes was ze begin 2012 eindelijk aan de beurt. Totdat ze daar hoorden dat Hilde intussen vrijgezel was.
“Ik zou weer onderaan de lijst terechtkomen. Toen heb ik gezegd dat ik het diezelfde avond nog goed zou maken met mijn ex,” grapt ze.
Wat volgde was een heuse screening, het zogenaamde ‘alleenstaandenprotocol’.
Hilde: “Ik moest een IQ-test doen, een psychologische test en had daarnaast een gesprek met een psycholoog en een maatschappelijk werker. Uiteindelijk werd ik goedgekeurd.”
Daarna bleef het stil. Tot op de dag van vandaag is ze nooit opgeroepen, wat achteraf gezien natuurlijk heel vreemd is.
Tegenslag
Maar als supermama in spé ben je natuurlijk niet voor een gat te vangen. Wars van het wachten en alle onduidelijkheid was Hilde in de tussentijd al lang zelf op zoek gegaan naar een donor. En met succes.
Ze spraken af en stelden, met behulp van het wereldwijde net, een helder contract op met daarin een aantal duidelijke voorwaarden.
Hilde: “Het belangrijkste is dat de donor het kind niet erkent. Daarmee heeft hij geen enkele zeggenschap maar kan ik ook geen aanspraak maken op alimentatie. Verder is hij verplicht een verhuizing door te geven en wanneer er bijvoorbeeld erfelijke ziekten in zijn familie opduiken, moet hij dat melden. Vanaf 16 jaar is mijn kind vrij om contact op te nemen met de biologische vader – en eventuele halfbroers en -zussen. Maar in overleg kan dat ook eerder.”
Eind 2011 raakte Hilde daadwerkelijk zwanger. Niks geen ziekenhuisbezoek, IVF of wat ook, maar gewoon thuis, met wat gerei uit de apotheek.
Zo moeilijk hoeft het dus allemaal niet te zijn, als je als alleenstaande lesbische vrouw een kind wilt. Het lijkt soms zelfs alsof het bij Hilde allemaal vanzelf is gegaan. Ze werd makkelijk zwanger en kende tijdens de zwangerschap van Hidde lichamelijk weinig klachten. Toch heeft ze wel degelijk de nodige tegenslagen gekend.
Voordat ze moeder werd van Hidde, kreeg ze een miskraam te verwerken. Met tien weken constateerde de verloskundige dat het vruchtje niet meer leefde. Met behulp van medicijnen werd de miskraam opgewekt. Een zeer pijnlijke en vooral eenzame ervaring.
“Dan moet je ’s nachts naar de wc.. En ligt later wel alleen in je bedje..”, denkt ze hardop terug.
Ik kan niet ontkennen dat ik het me ergens toch aantrek..
Onmisbare achterban
Hilde heeft werkelijk niets aan het toeval overgelaten. Al ver voor de bevalling had ze bijvoorbeeld alle oppasdagen al rond.
“Je bent alleen. Kunt niet zomaar de deur uitlopen. Je moet meer organiseren. Zonder achterban had ik dit nooit gedaan,” zegt ze stellig. “Voordat ik besloot het alleen te gaan doen, heb ik hen allemaal gevraagd wat ze ervan vonden. En of ze me wilden steunen.”
Met die achterban doelt ze voornamelijk op haar ouders en haar tweelingbroer Chris en zijn vrouw Amy, die met hun driejarige zoontje Djurre en baby Jente twee huizen verderop wonen.
Hoe sterk Hilde’s vangnet is, blijkt wel uit de reactie van Amy, op de vraag hoe zij en Chris Hidde zien.
“Als eigen”, antwoordt ze onmiddellijk. “Hij groeit met ons op. Ik hou net zoveel van hem als van mijn eigen kind.”
De steun die Hilde van hen en van haar ouders ontvangt, zit vaak in kleine praktische zaken.
Hilde: “Mijn moeder bleef de eerste week na Hidde’s geboorte bij ons slapen. En al in de tweede week logeerde Hidde een nacht bij Chris en Amy. Of die keer dat Hidde voor het eerst had overgegeven; ik kwam letterlijk handen te kort, aangezien ik hem niet alleen in de douche kon laten, maar ook zijn bed moest verschonen. Toen heb ik Chris gebeld.”
In het begin was er bijna dagelijks overleg. Over van alles.
“Wel of niet een fles eraf bijvoorbeeld,” vertelt Chris. “Of toen Hidde zo’n last had van krampjes; wel of niet naar de dokter (Hidde bleek later verborgen reflux te hebben, red.). Maar ook gewoon wanneer de tv of de wasmachine het niet deed.”
“Ik wilde vooral even horen dat ik geen zeur was, als ik met mijn kind naar de dokter wilde,” vult Hilde aan. “Maar er zijn ook voordelen hoor! Ik hoef nooit te ruziën; over wat ik Hidde aandoe bijvoorbeeld,” zegt ze met een knipoog. “En ik krijg alle liefde van hem terug. Dan ben ik dubbel trots dat ik dit alleen doe.”
Papa en mama ineen
Het ontbreken van een vader, dan wel meemoeder voor Hidde zien Chris en Amy absoluut niet als een tekortkoming. Zonder enige twijfel staan ze volledig achter Hilde’s beslissing om Hidde alleen op te voeden.
Amy: “Een kind moet kind kunnen zijn. Een gezin bestaat in mijn ogen uit mensen die liefdevol met elkaar in één huis wonen. Je besluit een kind te nemen omdat je dát kunt bieden. Hilde kan dat.”
“Vroeger dacht ik ook altijd dat een kind het beste af was in een gezin met een vader en een moeder. Omdat die nu eenmaal andere dingen doen met een kind. Maar nu ik ouder ben en zoveel andere verhalen hoor..”, zegt Hilde.
Ik moet ineens denken aan de opmerking van een meisje in het jeugdtelevisieprogramma De taarten van Abel, eveneens kind van een alleenstaande moeder: “Mijn ouders kunnen tenminste niet uit elkaar gaan.” Een rake en veelzeggende opmerking.
Hidde zelf, bijna vijf en na de vakantie alweer naar Groep 2, weet niet beter. Natuurlijk krijgt hij, nu hij eenmaal op school zit, weleens de vraag gesteld waar zijn papa is. Zijn antwoord: “Nee hoor, ik hoef geen papa. Want die kan dan ook niet boos op mij worden.” De logische beredenering van een kleuter.
“Het is allemaal niet zo ingewikkeld,” relativeert Hilde nog maar eens. “Er zijn genoeg mannen in Hidde’s leven.”
“Ben je dan nooit bang voor de toekomst?”, probeer ik de kritische journalist uit te hangen. “Dat hij jou straks kwalijk neemt dat hij geen vader heeft? Of gepest wordt op school?”
“Nee,” klinkt het resoluut. “Niet hierom. Ik kan het hem toch uitleggen? Dat ik hem zó graag wilde, dat ik besloot het alleen te doen.”
Op veel vlakken is Hilde bovendien al een mama en papa ineen. Ze voetbalt en verft met haar zoon en bouwt de prachtigste houten spoorbanen, dwars door de kamer. Maar troost hem zoals alleen een mama dat kan.
Voor Hilde is het zo simpel als wat: “Als het je grootste wens is, moet je die najagen. Maar je moet het kind wel iets te bieden hebben. En sterk in je schoenen staan.”
Tot slot; krijgt Hidde nog een broertje of zusje?
Hilde, overtuigd: “Gevoelsmatig ja. Ik heb liefde genoeg. Maar niet alleen. We redden het nu prima. Ik heb een inkomen en een eigen huis. Ik ben echt heel blij dat ik dit gedaan heb, dat mij dit gegund is. Maar ik heb geluk gehad dat Hidde zo’n makkelijke, blije baby was. Ik weet intussen wat het inhoudt in je eentje.”
Judith van der Steeg, juli 2017,