Het meisje met de roze laarzen

Op zelfdoding onder jongeren rust nog altijd een groot taboe. De trieste realiteit is echter dat het onder hen doodsoorzaak nummer 1 is. Twee jaar geleden maakte Laura, de dochter van de Nijeveense Jolanda Brouwer, op 15-jarige leeftijd een einde aan haar leven. Door als moeder, maar ook als docent dit verhaal te delen, hoopt Jolanda openheid te creëren voor hen die op jonge leeftijd kampen met mentale problemen.

 

Jolanda: “Een eigengereide troela. Een meisje met een heel duidelijke mening, een eigen willetje. Dat was Laura toen ze klein was. Wanneer dingen niet gingen zoals zij het wilde, ging ze tien meter achter ons lopen. Zulke dingen. Daarbij was ze heel intelligent. Zo leerde ze zichzelf thuis lezen.

Op de basisschool had ze een leuk groepje vriendinnen. Maar het onzekere, het extreem kritisch zijn op zichzelf, zat er al vroeg in. Niets wat ze deed was goed genoeg in haar beleving. Of het nou ging om ballet of zingen; het was allemaal niks waard, vond ze zelf.

Ondanks haar intelligentie was ze opvallend traag met haar schoolwerk. Thuis kon ze zomaar heel boos worden. Daar krijgen we nog wat mee te stellen als dat een puber is, dacht ik weleens.

Toen ze een jaar of 8 was, hebben we haar bij de GGZ laten testen, in de hoop op een ‘handvat’. ADHD, werd daar geconstateerd. Ik herkende het dromerige, het afwezige, het in haar eigen wereldje zijn. Niet per se het hyperactieve.

Daarnaast zou Laura Asperger hebben, een vorm van autisme. Daar herkende ik al helemaal niets in. Waarop van Asperger net zo makkelijk PDD-NOS werd gemaakt. Meer uitleg kregen we destijds niet.

Na de basisschool ging Laura naar het vwo. Op Greijdanus, in Meppel. Gedurende dat jaar kwamen, mede vanuit school, de eerste signalen dat ze niet lekker in haar vel zat. Ze kwam bijvoorbeeld totaal niet tot leren. Met hangen en wurgen ging ze over naar de tweede. Puur op parate kennis, want ze had het hele jaar vrijwel niets gedaan.”

 

Naar speciaal onderwijs

“In die periode hebben we voor het eerst hulp gezocht bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg speciaal voor jongeren, in Meppel. Op zich stond Laura daar wel voor open. Ergens wilde ze graag geholpen worden.

Tot ik in december 2019 midden in de nacht gebeld werd, door haar mentor. Hij had een  berichtje gekregen van een klasgenoot van Laura; Laura zou een einde aan haar leven willen maken. De wereld zou beter af zijn zonder haar. Er zou toch niemand zijn die haar miste [zwijgt even]..

Zó een laag, negatief, zelfbeeld had ze dus. Zo slecht en minderwaardig dacht ze over zichzelf. Al zei iedereen om haar heen honderd keer het tegenovergestelde, het kwam niet binnen.

Verschrikkelijk, om je kind zulke dingen te horen zeggen. Het maakt je wanhopig als moeder. Maar ik wilde vooral dat mijn dochter geholpen werd.

Op school deed ze intussen niets meer. Ze was aanwezig in de klas, zat de lesuren uit, maar dat was het.

In maart 2020 brak de Corona epidemie uit. Vanuit huis volgde Laura braaf de lessen. Daarbuiten zat ze op haar kamer. Ze was actief op TikTok, uploadde dansjes. Verder kon niks haar boeien. Contact met anderen had ze in die tijd weinig.  

Gezamenlijk besloten we dat ze na de zomervakantie een nieuwe start zou maken op het  vso, voortgezet speciaal onderwijs. Op Stad en Esch in Meppel, in havo 2. Onder haar niveau, maar in de hoop dat ze in beweging kwam.   

Aanvankelijk leek ze het best naar haar zin te hebben, hoewel ze ook op het vso niet echt tot werken kwam. Maar ik had toen niet het idee dat hier een diep depressieve puber rondliep. Zo oogde ze totaal niet.”  

 

Een slechte film

“Ter ondersteuning volgde Laura in die tijd psychomotorische therapie. Tijdens één van die sessies had ze laten merken dat ze nog altijd suïcidale gedachten had. Tegenover mij ontkende ze het niet, maar wanneer ik probeerde er met haar over te praten, sloot ze zich op in zichzelf. Ik mocht het niet weten als het slecht met haar ging. Ik denk dat ze het per se alleen wilde doen. Niet wilde dat wij ons als ouders zorgen zouden maken.

Opnieuw kwamen we terecht bij de jeugd-ggz in Meppel. Daar heeft ze dingen gezegd, die wil je als ouders niet horen. Ze had namelijk al een plan gemaakt en zelfs afscheidsbrieven geschreven, in een schriftje. Ik heb dat schriftje, maar ik heb het nog niet durven openen.

Tijdens dat gesprek kwam ook Laura’s genderneutraliteit naar voren. Dat ze op meisjes viel, had ze ons al verteld. Met een taart, waarop ‘I’m gay’ stond. Super origineel. En in ons gezin geen enkel punt.

Als moeder denk ik eerlijk gezegd dat ze vooral op zoek is geweest naar zichzelf, naar een eigen identiteit. Dat het een masker is geweest om haar onzekerheid te verbergen. Vergelijkbaar met haar opvallende kledingstijl – veel mensen kenden Laura als ‘het meisje met de roze laarzen’. Want wanneer mensen iets zeggen over je kledingstijl of je naam - op school en bij de jeugd-ggz wilde ze dat mensen haar Arsyn noemden, zegt dat niets over wat ze van jóu vinden. Non-binair of niet; het mocht er zijn. Dus ging ik erin mee.

Vanwege een wachtlijst werd Laura tijdelijk doorverwezen naar een praktijkondersteuner, bij een  huisarts in Meppel. Daar gaf ze meteen al aan dat ze niet wist of ze er de week erop weer zou zitten. Waarop we ter plekke de spoed jeugd-ggz hebben ingeschakeld. Alles met medeweten van Laura zelf overigens. Er is geen enkel gesprek gevoerd over haar waar zij niet zelf bij zat, nooit iets besloten buiten haar om. Zowel op school als bij de jeugd-ggz is Laura altijd een volwaardige gesprekspartner geweest.

Die avond hebben mijn man en ik haar naar de noodopvang gebracht. Zó een bizarre gewaarwording. In wat voor slechte film ben ik terechtgekomen, vroeg ik me af. Waar breng ik mijn kind heen?

Na een paar dagen kwam ze weer thuis. Weken lang kwam er dagelijks hulpverlening aan huis en Laura had, indien nodig, de beschikking over bed en telefoon op recept. Tussendoor ging ze gewoon naar school. Ze deed niets, maar ze ging wel.

Op den duur kreeg ze bij de jeugd-ggz een vaste behandelaar. Dat klikte meteen. Met Laura, maar ook met ons, als ouders. Voor het eerst in al die jaren werd haar en ons helder uitgelegd wat autisme precies inhoudt en hoe een autistisch brein werkt.

In januari 2022 kreeg ze antidepressiva voorgeschreven (citalopram). Even ging het beter, maar bijna parallel daaraan ontwikkelde ze een eetstoornis, begon zichzelf te snijden en nam achter onze rug om zelfs alcohol mee naar school. Om zichzelf maar te dempen, te verdoven. Ik vertel het haast als een terzijde. Ik dacht steeds: het kan niet erger.

Het enige positieve was dat Laura zich in de tussentijd aangesloten had bij de Guerilla Crew, een groep creatieve jongeren die in Meppel bijeen kwamen, onder leiding van jongerenwerkers. Daar ontmoette ze een leeftijdsgenootje, met wie ze dikke vriendinnen werd.”  

 

Weglopen

“In afwachting van een gesprek op Stad en Esch over hoe nu verder, zou Laura de dinsdag na de zomervakantie niet meteen starten met het schooljaar. Ter overbrugging kon ze terecht bij de jeugd-ggz.

Daar bleek dat ze gedronken had, waarop ze naar huis is gebracht, om nuchter te worden.

Vervolgens is ze naar een meisje gegaan dat ze kende van therapie. Haar vaste hulpverlener heeft haar toen opgezocht, maar Laura maakte alleen maar ruzie en liep weg.  

Via via kwamen we erachter waar ze zat. Samen met de mensen van de spoed jeugd-ggz is de politie haar gaan halen. Wij werden gevraagd op afstand te blijven. Sta je daar, als ouders, om een hoekje toe te kijken. Vreselijk.

Besloten werd om Laura voor de nacht naar de noodopvang te brengen. Als wettelijk vertegenwoordigers moesten wij er ook naartoe. Een hele rare situatie, want ze hield duidelijk afstand van ons. Achteraf gezien was zij denk ik al bezig met afscheid nemen. Maandagavond was ze bijvoorbeeld heel knuffelig geweest op de bank.

De andere ochtend haalde ik haar op. Ondanks wat er allemaal speelde, was het in de auto eigenlijk best gezellig. Laura zong mee met de liedjes op de radio, we maakten grapjes. Hoe surrealistisch wanneer ik er nu aan terugdenk. Want tegelijkertijd was ik zó bang.

Eenmaal bij de jeugd-ggz weigerde ze elke medewerking. Uit pure frustratie ben ik de kamer uitgelopen, deels in de hoop dat míjn wanhoop een opening zou opleveren bij haar. Tevergeefs. Weer liep ze weg.

Als een kip zonder kop heb ik rondgelopen. Met mijn benen schoppend, om de spanning maar kwijt te raken. Ik wist écht niet meer waar ik het zoeken moest.”

 

Donderdag 1 september 2022

“Totdat ik woensdagavond een berichtje kreeg, van de moeder van Laura’s beste vriendin; Laura had online een foto gepost, waar per ongeluk haar locatie bij stond. Vader herkende de plek en is er met zijn dochter heen gereden. Samen slaagden ze erin Laura mee te krijgen. Daar thuis hebben die twee meiden nog een heel gezellige avond gehad met elkaar.  

Tijdens het ontbijt beweerde Laura dat ze om 12.30 uur een afspraak had met haar hulpverlener, wat niet onlogisch was. Rond de middag zei Laura haar vriendin gedag, zogenaamd om naar therapie te gaan dus. Maar die vertrouwde het niet en belde haar moeder, die direct de jeugd-ggz inlichtte. Laura’s hulpverlener en een collega zijn meteen in de auto gestapt. Richting station, de plek waar Laura langs zou komen, op weg naar therapie. Daar aangekomen, was het al te laat..

Ik was thuis en zag een auto stoppen voor de deur, waar twee agenten uitstapten. Ik opende de voordeur en nog voordat ik iets kon zeggen, vroeg de een: “Bent u Jolanda Brouwer?” Meteen erachteraan zei hij: “Laura is dood.”

Dat moment, daar kan ik nog.. [breekt] Het hele verhaal is natuurlijk één groot trauma. Maar dat moment.. Je ergste nachtmerrie.

Welke trein, welk perron; ik heb er bewust nooit naar gevraagd. Uit zelfbescherming. Ik weet het ongeveer, maar ik wíl het allemaal niet weten. In elk geval nu niet. Laura’s vader en broer ook niet. We hebben er niets aan. 

Een schuldgevoel heb ik gelukkig nooit gehad. Ik weet dat ik alles heb gedaan wat ik kon. Ik denk niet dat dit te voorkomen was geweest. Laura zat in zó’n donker, zwart gat, was zó onzeker. Ze heeft zichzelf zo onderschat, dat ze daarmee zichzelf in de weg heeft gezeten. Boos dat ze het gedaan heeft, ben ik evenmin. Zij zag het echt niet meer. Als ze een andere uitweg had gezien, had ze die gekozen. Daar ben ik van overtuigd. Maar me dat realiseren, maakt het gemis niet minder groot. Dat is er. Elke dag.

Gek genoeg voel ik ook een bepaalde opluchting. Rust. Ik loop niet meer op mijn tenen. We hoeven als gezin niet meer continu rekening met Laura te houden en ik hoef me niet voortdurend af te vragen waar ze is of wat ze doet op haar kamer. Maar rust op deze wijze, dat wil je niet.  

Wie ik voor me zie als ik aan haar denk? Een ontzettende leuke, mooie, in roze geklede, vrolijke meid. Die ook nog eens ongelooflijk lief en zorgzaam was. Ik zie de dochter die heerlijk tegen me aan kon liggen op de bank, altijd in was voor gekkigheid en de slappe lach kon krijgen om niks. Dát beeld, dat plaatje, houd ik vast. Zo zal ik me haar blijven herinneren.”
 

Als moeder, maar ook als docent aan het Deltion College in Zwolle is Jolanda open over wat haar overkomen is.

Jolanda: “Laura hebben we niet kunnen redden. Maar zoveel andere jongeren misschien wél! Door mijn verhaal en dat van Laura openlijk te delen, wil ik het taboe van dit onderwerp afhalen. In de hoop dat leerlingen die kampen met sombere gevoelens en gedachten zich durven uit te spreken.

Zo is er bij ons op school een lokaal waar een enorme afbeelding van een trein hangt. Daar wil ik geen les geven. Wanneer leerlingen vragen waarom niet, vertel ik dat. Soms komt er in de klas  een gesprek uit voort, maar structurele aandacht voor dit thema is er nog niet op school. Terwijl dat vrij eenvoudig gerealiseerd kan worden. Bijvoorbeeld met het lesmateriaal van het project Storm (www.stormaanpak.nl), dat wat mij betreft landelijk in het onderwijs wordt uitgerold.

Daarnaast zou er in mijn ogen veel meer aandacht moeten worden geschonken aan de negatieve invloed van sociale media  – onlangs nog meldde het Journaal dat vooral jonge meiden online veel druk ervaren.

Verder vind ik dat iedereen die in het onderwijs werkt, de gatekeeper training van 113 Zelfmoordpreventie (www.113.nl) moet volgen. Zodat niet alleen docenten, maar ook iemand als de conciërge weet hoe hij het gesprek omtrent dit thema met een leerling kan aangaan.

Op termijn denk ik erover om iets te gaan doen met mijn ervaringen als moeder. Het is zó lastig om in te schatten wanneer je kind ‘normaal’ pubergedrag vertoont of wanneer er meer aan de hand is. Op dat vlak zou ik graag iets willen betekenen voor andere ouders, al weet ik nog niet hoe.”