Een vlucht naar modelpaardenland
Biologie-studente maakt levensecht tuig: “Ook wat je niet ziet, klopt”
CharArt is de naam waaronder Charlotte Pijnenburg haar werk onder de aandacht brengt. En kunst is het zeker. Met de grootst mogelijke precisie maakt Charlotte levensecht paardentuig – voor modelpaarden wel te verstaan. Een wereld op zich.
Onze afspraak past er nog net tussen vandaag. “Maar het is misschien wel slim om in de auto al een paar vragen te stellen, want het is krap aan,” appt ze me verontschuldigend.
Het tekent haar drukke agenda.
Ook haar kamer in het studentencomplex ademt de nodige chaos. Op het eerste gezicht niet een plek waar je het atelier van een kunstenares verwacht. Tot mijn oog valt op de vitrinekast vol modelpaarden.
Stuk voor stuk zijn ze gezadeld en betuigd. Elk detail aan het tuigt klopt. Aan alles is gedacht. Maar dan ook werkelijk aan álles..
De eerste opdrachten
Charlotte (25), in het dagelijks leven studente Biologie aan de Universiteit van Wageningen, begon zoals zovelen in haar kinderjaren een speelgoedpaardenverzameling. Voor die paardjes, van het bekende merk Schleich, maakte ze toen al zelf tuigjes.
Op een internetforum zag Charlotte modelpaarden van het Amerikaanse merk Breyer, dat al sinds de jaren vijftig modelpaarden produceert.
Charlotte: “De meeste mensen op dat forum verzamelden Breyers, dus bestelde ik er ook maar ‘s één. Dat werd Bouncer. Een schatje.”
Ook voor Bouncer, (model van een Welsh-pony), die een stuk groter was dan haar Schleich-modellen, maakte Charlotte tuig. Maar aanvankelijk had ze helemaal geen lol in het werken op groter formaat.
“Ik vond het te grof, te groot. Ik ben toen zelfs nog kleiner gaan werken dan Schleich, op Stablemates (schaal 1:32) van Breyer,” vertelt ze.
Regelmatig plaatste Charlotte foto’s van haar werk op een modelpaardenforum. Die bleven niet onopgemerkt. Het duurde niet lang of de eerste opdrachten kwamen binnen.
“Op een gegeven moment vroeg iemand of ik tuig wilde maken voor een Traditional (schaal 1:9), het grootste formaat Breyer. Daarna ben ik nooit meer terug gegaan naar kleiner dan Classic (1:12).
Kloppend tot in het kleinste detail
CharArt kenmerkt zich door een zeer vergaand oog voor detail. Aan alles is aandacht besteed. Het tuig ziet er dan ook extreem realistisch uit.
“Kijk, het klopt helemaal.” Trots laat Charlotte een zadeltje zien. Zelfs een onderliggend, niet direct zichtbaar deel van het zadel is bewerkt en versierd. “En dat is soms best zuur, want het grootste gedeelte zie je niet.”
Ik raak meer en meer onder de indruk. Dit is niet iets wat je zomaar even maakt. Ook Charlotte niet. Ze heeft heel wat uren zelfstudie verricht om zichzelf te bekwamen in het tuigmaken.
Charlotte: “Mijn focus ligt op hoe écht tuig gemaakt wordt. Op evenementen kan ik uren staan kijken bij iemand die bijvoorbeeld leer aan het bewerken is. Eerder haalde ik mijn materiaal bij een tassenmaker in het dorp waar ik woonde. Maar omdat dat leer al afgewerkt was, lukte het niet om het te bewerken.”
Tegenwoordig bestelt ze haar materiaal, van lappen en stroken leer tot bitjes, gespjes en complete zadelboompjes, via Internet. Het meeste is afkomstig uit Amerika, waar de modelpaardenwereld veel groter is dan hier.
“Ik werk het liefst met zo dun mogelijk leer. Dat ziet er het echtst uit. Voor zadels gebruik ik bij voorkeur kalfsleer, voor een hoofdstel kangaroeleer.”
In modelpaardenland is CharArt intussen een behoorlijk grote naam. Charlotte’s werk gaat de hele wereld over.
“Ik ben de enige in Nederland die dit doet in opdracht en de enige die álles doet. Er zijn er wereldwijd wel een aantal die zich specialiseren, die bijvoorbeeld alleen Western of Engels tuig maken.”
Momenteel werkt ze onder meer aan een ridderzadel, een opdracht voor een Amerikaanse klant.
“Het begint vaak met een plaatje of een foto waar de klant mee komt. Dan ga ik vervolgens op zoek naar zoveel mogelijk foto’s van dergelijk tuig. Elk detail móet kloppen.”
Op haar buro heeft Charlotte een ladenkastje staan waarin ze al haar materiaal en gereedschap heeft gerangschikt. Ze doet me voor hoe ze een stukje leer bewerkt. Het oogt als een zeer tijdrovende bezigheid.
“Een compleet tuig is ongeveer een week werk,” beaamt ze. “Maar ik heb veel te weinig tijd.. Ik heb intussen een wachtlijst met 28 mensen erop.”
Hoewel het modeltuig haar natuurlijk ook de nodige flappen oplevert (gemiddeld een paar honderd Euro), zou Charlotte niet fulltime modeltuig willen maken. “Het inkomen is te onregelmatig.” En daarbij heeft Charlotte vanuit eigen land niet veel te verwachten.
“In Nederland is de modelpaardenhobby maar klein. Ik denk dat er nu zo’n 20 à 30 mensen zijn die er actief mee bezig zijn. En er is maar weinig instroom van buitenaf.”
Dat laatste verbaast mij niet. Het lijkt inderdaad een behoorlijk gesloten groep te zijn, waar je als buitenstaander niet zomaar tussen komt. Ook ikzelf, als enthousiast doch zeer bescheiden verzamelaar, heb heel wat moeite moeten doen om in contact te komen met ‘het wereldje’ – dat een fascinerend en fanatiek wereldje blijkt te zijn.
Bijzondere wereld
Zo worden er voor en door modelpaardenverzamelaars heuse ‘live-shows’ georganiseerd. Ook in Nederland vinden die een paar keer per jaar plaats. Verzamelaars nemen hun modellen (variërend van schaal 1:12, 1:9, 1:32 of zelfs nog kleiner) mee naar een centrale plek en stellen ze tentoon, verdeeld over verschillende categorieën. De modelpaarden worden beoordeeld en gejureerd door ‘deskundigen’, meestal zelf verzamelaars, wat als een heel serieuze aangelegenheid wordt beschouwd.
“Een show telt ongeveer twintig deelnemers die meerdere paarden showen,” weet Charlotte. “Standaard klassen zijn de kleurenklasse, rassenklasse en de tuigklasse. Bij de kleur wordt bijvoorbeeld gekeken of de kleur realistisch is, of er geen strepen of grove overgangen in de verf zitten en naar de dieptewerking van de kleur, het zogenaamde ‘shading’.”
In de praktijk betekent dat dus vaak dat verzamelaars simpelweg hun aangekochte paarden showen. Volgens Charlotte “de makkelijkst toegankelijke rubrieken.” Toch zijn er genoeg deelnemers die heel uniek en bijzonder werk meenemen.
Verscheidenen slagen erin een model compleet te transformeren, ‘customizen’, zoals dat heet in modelpaardenland. Overigens ook iets dat Charlotte beheerst. “Ik heb ‘gepaint’, verbouwd en ‘gehaird’(het model voorzien van echte manen en staart) – en met mooie resultaten. Maar het duurde me te lang. Ik kick op tuig.”
Die voorliefde voor tuigmaken bepaalt tevens welke paarden voor Charlotte interessant zijn om te verzamelen.
“Het paard moet tuig kunnen dragen. Zitten de manen zo dat er een hoofdstel langs past? Zit de staart niet in de weg bij een mentuig? Al die zaken overweeg ik in de aankoop van een paard. Vooral in de tuigrubriek kun je helemaal losgaan en een compleet decor maken, een heel verhaaltje vertellen. De jury kijkt vervolgens of het tuig goed in elkaar zit, of het poppetje de teugels wel goed vast heeft en of de singel bijvoorbeeld niet te los zit. Het gaat steeds weer om de details.”
Ondanks dat hun paarden modelpaarden zijn, hebben de deelnemers dus wel degelijk verstand van échte paarden.
“De meesten zijn buiten de modelpaardenhobby ook met echte paarden bezig. Ook ik,” zegt Charlotte. “Maar voor velen is dit ook een uitvlucht. Het geeft rust. Het is een verslaving.”
Toch kan uiteindelijk niets een echt paard vervangen. Zelfs niet voor Charlotte.
“Binnen tien jaar komt er een eigen paard. Ik hoop een Andalusiër,” besluit ze overtuigd.
Aan passend tuig zal het hem vast niet ontbreken.
[Het bekendste en meest geziene merk in de modelpaardenwereld is Breyer. Het van oorsprong Amerikaanse merk produceert als sinds de jaren vijftig modelpaarden in vele verschillende soorten en maten. De paarden zijn meestal van plastic en hol. Over het algemeen geldt hoe groter hoe duurder. Maar daarbij spelen ook factoren als materiaal en zeldzaamheid een rol; is een model bijvoorbeeld ‘limited’ qua kleur of komt het rechtstreeks van de ‘sculpter’, dan zal de prijs aanzienlijk hoger zijn. Ook Charlotte’s collectie (zo’n 140 paarden) bestaat voornamelijk uit Breyer paarden.
Het relatief nieuwe Britse merk Copperfox is kwalitatief zeer vergelijkbaar met Breyer, maar duurder. De paarden zijn van plastic, maar beperkt in massief hars (resin) verkrijgbaar. Charlotte is fan: “Resins bevatten meer details en ik kan daar zelf de kleur van bepalen (resins koop je over het algemeen unpainted bij de sculpter).”
Dan is er nog Peter Stone, eveneens Amerikaans producent van plastic modellen. Maar prijzig, aangezien de oplages beperkt zijn.]