Hoeve Nooitgedacht

Droomhuis blijkt indrukwekkend oorlogsverleden te hebben

‘There’s a legacy passed on’

Toen Kim en Tom eind vorig jaar hun droomhuis kochten in het Drentse Aalden, hadden ze niet kunnen vermoeden dat er een heus heldenepos schuil ging achter de 104 jaar oude boerderij. Die zou tijdens de Tweede Wereldoorlog een actieve rol hebben gespeeld in het verzet en er werd gesproken over onderduikers. Maar hoe het precies zat, wist niemand. Noorderland dook de geschiedenis in en reconstrueerde de gebeurtenissen.  

Kim en Tom vielen tijdens de eerste bezichtiging direct voor de oude boerderij, ondanks de vervallen staat waarin deze verkeerde.

Kim (45): ‘”Rijd maar door mam, het is een krot,” zei mijn oudste zoon de eerste keer. Maar ik heb direct Tom opgehaald. Zelfs toen het er koud en guur was, voelde het er goed.’

‘We hoorden van de makelaar en later van de dochter van de vorige bewoner dat er onderduikers gezeten hadden,’ vertelt Tom (44). ‘Maar het bleef bij speculeren.’

Noorderland besloot research te doen naar de historie van de oude boerderij, met de o zo treffende naam Nooitgedacht.   

Dat bleek een stuk makkelijker gezegd dan gedaan, want ondanks dat enkele nazaten van de familie Lubberts, die ten tijde van de oorlog en de jaren daarna de boerderij bewoonde, nog altijd woonachtig zijn in Aalden, liep de zoektocht naar informatie al snel vast.

Van het gezin Lubberts dat gedurende de oorlogsjaren in Nooitgedacht woonde, is al lang niemand meer in leven. En in de jaren daarna werd er vrijwel niet over de gebeurtenissen gepraat. Zo weinig, dat er aan latere generaties vrijwel niets is overgeleverd.

Althans, in Nederland.

De oudste zoon van het gezin, Berend Lubberts, die in 1953 met zijn vrouw en kinderen emigreerde naar Canada, bleek het hele verhaal in eigen persoon verteld te hebben aan een bevriende, eveneens geëmigreerde, Nederlandse schrijfster, Paulina Rustenburg-Bootsma!

Paulina (79): ‘Ik ontmoette Berend en zijn vrouw Tiena in de kerk. Berend vroeg mij om zijn herinneringen op te schrijven, omdat hij het na wilde laten voor zijn kinderen.’

Ook Berend’s verzetsmaat Anne van der Wal emigreerde na de oorlog naar Canada. En ook Anne, die tijdens een verzetsdaad georganiseerd vanuit Nooitgedacht zijn broer Jacob verloor, liet zijn deel van het verhaal aan de keukentafel optekenen door Paulina.

Het boekje, dat destijds is verspreid onder de familieleden Lubberts, werd één van de belangrijkste bronnen, samen met een volstrekt onverwacht bezoek uit Canada aan Nooitgedacht van Janny Visser-Lubberts, een van de dochters van Berend.

Berend is vijf jaar oud als vader Jans Lubberts in 1926 de boerderij in Aalden koopt. Slechts de helft van het bijbehorende land is geschikt als bouwland. Met hulp van arbeiders van buitenaf, die tijdens de crisisjaren in het kader van werkvoorziening naar Drenthe komen, slaagt de familie erin al het land klaar te maken voor landbouw.

De jaren erna lacht het leven het gezin Lubberts, bestaande uit het echtpaar Jans en Jantina, de broers Berend, Geert, Jan-Willem en zus Janna, toe. Het is hard werken, maar ze leiden een betrekkelijk goed en zorgeloos leven.

Tot de oorlog uitbreekt..  

Een veilige haven

Omdat de boerderij in zo’n afgelegen gebied ligt, vormt het huis een perfecte schuilplaats voor veel verzetsmensen en vluchtelingen. Bijna onopgemerkt krijgt de familie Lubberts deze rol toebedeeld. Sommige onderduikers worden haast als zonen en broers voor de familie. Ze slapen in de aardappelkelder, maar maken overdag deel uit van het gezin.  

Op zondagmorgen wordt er vaak een kerkdienst gehouden in de boerderij. Een paar staan er buiten op wacht.

Niets is in oorlogstijd zonder risico, zowel voor de onderduikers als voor de familie Lubberts zelf. Alleen al een bezoek aan de wc, buiten in het schuurtje, kan gevaarlijk zijn. En doordat het meeste eten op de bon is, kost het moeder veel moeite om iedereen van eten te voorzien.

Wanneer de onderduikers weer vertrekken, zorgt Berend niet zelden voor identificatiepapieren, door de zijne af te staan en brutaalweg als verloren op te geven.

De broers Anne en Jacob van der Wal, beide twintigers, uit het naburige Zwinderen, zijn via een neef van hun moeder, Hemke van der Zwaag, in het verzet Arie genoemd, bij het verzet gekomen. Nadat de befaamde Johannes Post, leider van de verzetsorganisatie in Drenthe, in het westen van het land om het leven is gekomen, neemt Arie in Drenthe de leiding over en worden Anne en Jacob onderdeel van een knokploeg. De broers en hun kameraden zijn onder meer verantwoordelijk voor wapendroppings en het opblazen van sluizen en rails, om Duits transport tegen te houden.  

De jongens komen graag bij de familie Lubberts. De huiselijke sfeer die er hangt is een aangename afleiding in tijden van oorlog.

Niet ver van de boerderij, op de plek waar tegenwoordig een AZC is gevestigd, bevindt zich een kamp. Een groot deel van de oorlog heeft het kamp gediend als werkkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst, maar na 1944 zijn er Duitsers gekomen (bronnen vertellen dat het Sichterheitspolizei betreft – ook wel SD genoemd vanwege de letters SD op de linkermouw, maar zeker is dit niet). De knokploeg besluit na veel twijfel een overval te plegen op het kamp, om een partij wapens te roven voor het verzet. Een levensgevaarlijk besluit..  

De overval

In de nacht van 9 op 10 februari 1945 wordt er vanuit de boerderij een overval uitgevoerd op het kamp door een twaalftal KP’ers, waartoe ook Anne en Jacob behoren. Het doel is de Duitsers hun wapens afhandig te maken. Na het doorsnijden van de telefoonlijn willen de mannen eerst de poortwacht overmeesteren en ontwapenen en dan als bij verrassing het wachtlokaal overvallen en daar iedereen ontwapenen, zonder dat ze ook maar een schot hoeven te lossen.

Maar de overval mislukt jammerlijk. Ze worden door de poortwacht ontdekt en een schietpartij volgt, waarbij Jacob door een schot in zijn hoofd om het leven komt en Anne zwaargewond raakt in zijn buik.

Anne wordt opgevangen en verpleegd door de familie Lubberts, in de aardappelkelder. Naburige huisartsen durven een bezoek aan de patiënt niet aan; te gevaarlijk. Uiteindelijk besluiten vader Jans en zoon Berend om Anne met paard en wagen, verpakt in een dikke laag dekens en verborgen in een zeugkooi omringd door zakken met haksel, hooi en aardappelen in de vrieskou naar het ziekenhuis in Hoogeveen te brengen.

Daar krijgt Anne, dankzij Dokter van der Velde, eveneens een lid van het verzet, een bed op de afdeling Besmettelijke Ziekten – waar de Duitsers liever niet komen. Dagenlang zweeft hij in het ziekenhuis tussen leven en dood, onderwijl verpleegd door Tine Zijlstra, een nichtje van Johannes Post. Ondergedoken boven een bakkerij aan de Hoofstraat in Hoogeveen komt Anne daarna langzaam weer op krachten, notabene naast het huis van een Nazi-Kommandant.

Dokter van der Velde overleeft de oorlog niet. Hij wordt opgepakt en wreed vermoord. Ook de familie Lubberts ondervindt aan den lijve hoe riskant hun rol in het verzet is.

Op 1 april 1945, Paaszondag, vallen de Duitsers Nooitgedacht binnen. Berend kan nog net op tijd ontkomen. De hele boerderij wordt doorzocht en vader Jans wordt meegenomen; een wraakactie voor de overal op het kamp.  

Jans wordt overgebracht naar de gevangenis in Assen en weken lang ruw ondervraagd. Dag na dag commanderen de Duitsers hem om te bekennen: ‘Het kamp is overvallen vanuit jouw huis!.’

Maar Jans noemt geen enkele naam of daad.

Bevrijd

Aalden is reeds bevrijd, als Jans op een morgen volledig uitgeput weer op de boerderij verschijnt. Zijn gezicht opgezwollen, zijn lichaam stijf en bont en blauw van de slagen die hij gekregen heeft. Hij laat, ook na de oorlog, weinig los over wat hem is aangedaan.

Na de bevrijding krijgt Anne een hoge functie als beroepsmilitair aangeboden. Maar hij heeft genoeg oorlog gezien. ‘Als mijn militaire werk met het opruimen van de naweeën van deze vreselijke oorlog erop zit, ben ik klaar met geweren en kogels,’ zegt hij.

Anne trouwde na de oorlog met Tine, de verpleegster die hem al die tijd zo liefdevol verzorgd had, en emigreerde naar Canada. Berend trouwde met Tiena, het vroegere buurmeisje van de ouders van Anne en Jacob. Ook zij kozen voor een nieuw bestaan in Canada.

Het zou nog tot begin jaren ’90 duren voordat Paulina, zoals Berend graag wilde, de oorlogsherinneringen van de mannen zou optekenen. Het oorlogsverhaal laat de huidige bewoners vol bewondering achter.

‘Het is bizar om in dezelfde gang en dezelfde kamer te lopen waar mensen in angst hebben geleefd, terwijl wij hier met zo’n goed gevoel wonen,’ zegt Kim tegen Janny.

De Canadese knikt. ‘Deze boerderij behoorde tot een familie die opkwam voor het land en hun huis openstelde voor onderduikers en verzetsmensen. Zij hebben letterlijk hun eigen leven in gevaar gebracht. Het is voor mij heel belangrijk dat er nu een familie woont die de historie van deze plek respecteert. ‘There’s a legacy that’s passed on’, besluit ze ontroerd.

Nooitgedacht; een willekeurige boerderij, waarvan de bewoners een heldenrol speelden. Zoals zoveel burgers heldendaden verrichtten tijdens de oorlog, door heel het land. Verhalen en  hoofdrolspelers die in de vergetelheid zijn geraakt. Het is dankzij Berend, Anne, Paulina en Janny dat dít verhaal wél bewaard blijft.