Terwijl mijn tweede Canal Pride op de Loud-boot reeds in de agenda staat, was ik nooit eerder lijflijk in de Rotterdamse vrouwenkroeg aanwezig.
Tot afgelopen zaterdag.
Rotterdam is voor mij een klein beetje thuis. Opgegroeid in een klein dorp 17 km verderop was het de plek waar ik ging winkelen. En later, toen ik eenmaal studeerde in het noorden van het land, was het de stad waar vanuit mijn trein vertrok.
In mijn herinnering was het altijd een winderige en waterkoude bouwplaats vol zand en rijplaten. Er blijkt weinig veranderd.
In de twintig minuten die we moeten lopen van ons ietwat shabby hotel tot aan Loud, worden we zo ongeveer gezandstraald. Maar de warme ontvangst door de eigenaresses van Loud maakt de survival ruimschoots goed.
Ik mag het eerste uurtje altijd graag een beetje hangen en kijken naar wat er zoal aan prinsessenspul binnenkomt. Meestal sta ik na dat uurtje net op de drempel van een lange en zeer prettige grenzeloze modus en kan mijn feestje echt beginnen.
Tijdens dit hang en kijk-uurtje komt zij binnen: lang, stoer, bril, pet, androgyn. Maar vooral uitgesproken en zichzelf.
Androgyn is hip. Geloof ik. Ik zie er tenminste een hoop die het graag willen zijn. Maar voor wie het eigenlijk nog te spannend is om toe te laten. Hun zoektocht, hun onzekerheid is bijna voelbaar.
Echter allerminst bij haar.
Wat verveeld hangt ze met een biertje in de hoek, spelend met haar foon en een pakje sigaretten. Ik kijk naar haar en heb ineens met haar te doen..
Hoe oud zou ze zijn? Is ze hier alleen?
Jeetje.. wat een lef..!
Een van mijn stapvriendinnen heeft zin in een sigaret. Ze is al jaren gestopt, maar sinds een jaartje mag ze tijdens feestjes graag een peuk roken.
Koosje Grenzeloos heeft zich intussen gemeld in mijn lijf en leden. Een en een is honderd en dus besluit ik haar voor te stellen aan de onbekende uitgesproken stoere. “Kijk, zij heeft sigaretten!”, suggereer ik.
En zo hoort die ineens bij ons groepje. Ik bespeur een zekere geruststelling bij mezelf. Mijn moederende hart wil haar vanavond bij de hand nemen, beschermen..
Ze blijkt uit Ridderkerk te komen. Dit is haar eerste keer in Loud. En ze is inderdaad alleen. Zou met een vriendin komen, maar die heeft haar laten zitten..
Kutwijf, denk ik.
Achttien is ze. En ze was al heel vroeg uit de kast. Al op de basisschool notabene.
Onwillekeurig denk ik terug aan mijn eigen jeugdjaren..
Terwijl mijn klasgenoten gingen stappen, zonderde ik me af, draaide mijn Paul de Leeuw-bandjes grijs en pende mijn dagboek vol.
Ik was óók anders, maar niet uitgesproken. Eerder uit onwetendheid over wie ik was. Zij maakte daarentegen heel bewust de keuze om anders te zijn. Daar is moed voor nodig.
Wat een stoer wijf is dit zeg.. wat zal ze het zwaar hebben gehad.. kinderen zijn eerlijk immers.. meedogenloos..
Op die leeftijd was ik een groot kind. Jongens interesseerden me niet. Ik hield van mijn verzorgpony. Er waren twijfels, zeker, maar pas op het HBO ontdekte ik de vrouwenliefde. Van het roze circuit wilde ik toen niets weten. Veel te spannend, te ongemakkelijk. De confrontatie met mezelf veel te ingrijpend.
Pas de laatste vijf jaar voel ik me thuis in de roze scène en ga ik er op uit. Ook alleen. Als roze boerin moet je soms wel, wil je niet eindigen zoals Bertie. Ik ben fucking 36. ’t Zou een keer tijd worden.
Het is een uur of twee in de ochtend wanneer ze afscheid neemt. Ze moet de Bob-bus terug naar Ridderkerk halen. Ik geef haar een knuffel en kijk haar na. Met het hoofd enigszins voorover gebogen wurmt ze zichzelf door de hossende massa vrouwen naar de deur.
Hopelijk heeft ze het een beetje leuk gehad met ons..
Wel thuis, stoere sterke dappere dodo. Jij komt er wel.