Kinderboekenschrijfster Gertrud Jetten

Kinderboeken als middel om paarden een beter leven te geven

Schrijfster Gertrud Jetten geeft paarden létterlijk een stem

Help, waar is mijn pony? heet het nieuwste boek van schrijfster Gertrud Jetten, die onder haar jonge lezers vooral bekendheid verwierf door de serie Droompaarden en die over Manege de Zonnehoeve. Stuk voor stuk heerlijke tot de verbeelding sprekende paardenverhalen, met veel humor geschreven en bovendien prachtig geïllustreerd. Maar ze bevatten wel degelijk een serieuze boodschap! Want jong gelezen hoe het anders kan is hopelijk oud gedaan!

“Ik was een echt paardenmeisje.” Gertrud (56), die opgroeide in Noord-Limburg en tegenwoordig in het Brabantse Hilvarenbeek woont, herinnert zich nog goed dat ze regelmatig op het paard van de buurman mocht. “Als hij zijn paard ging halen uit het weiland een kilometer verderop, floot hij altijd even. Dan rende ik naar beneden en reed naar huis, zonder zadel en zonder cap, gewoon op een halster.”

Als tiener werkte ze op een stoeterij met Arabieren, maar raakte, vooral door de boeken van de Duitse auteur Ursula Bruns, steeds meer gefascineerd door IJslandse paarden. Op diverse plekken deed ze ervaring op met de dieren. Op een bedrijf in de buurt van Tilburg ontmoette ze de isabelkleurige IJslandse merrie Gydja.

“In het begin was ik alleen maar passagier,” lacht Gertrud, die altijd al viel voor meer uitgesproken paarden. “Gydja was een plaatje om te zien, maar drammerig en hypergevoelig. Ze vond alles eng en was niet geschikt voor de lessen.”

De schrijfster met de vrolijke bos krullen viel uiteindelijk toch voor de merrie en kocht haar over van de eigenaar. “Ik heb haar bijna twintig jaar gehad. Ik werd altijd blij wanneer ik haar zag.” Ze wijst naar de foto van Gydja in de boekenkast.

In diezelfde kast prijken verschillende boeken van Gertrud’s hand. Verderop staat in een vitrine zelfs de complete Droompaardenserie uitgestald, waaronder natúúrlijk ook een boek over een IJslander, met de titel Een vriend voor het leven. De aanstekelijke en kleurrijke covers leiden me af en toe behoorlijk af. Ik voel me als een kind in een snoepwinkel!

Boeken als middel voor verandering

Voordat Gertrud 12 jaar geleden begon met het schrijven van kinderboeken, schreef ze voornamelijk informatieve artikelen en boeken over paarden en deed daarnaast veel vertaalwerk. Gaandeweg deed ze steeds meer kennis op over allerlei fysieke problemen bij paarden.

Hoewel naar eigen zeggen “verslaafd” aan paardrijden, kreeg ze daardoor langzaam maar zeker steeds meer last van gewetensnood.

Gertrud: “Of een zadel nou goed past of niet, ik raakte er steeds meer overtuigd dat een paard last heeft van een zadel en een ruiter. Paarden zijn nou eenmaal niet gemaakt om op te rijden. Gydja was niet heel handig gebouwd. Achteraf gezien weet ik vrij zeker dat ze rugpijn gehad heeft bij het rijden.  Maar ze kwam toch altijd meteen naar me toe. Toen was dat voor mij een teken dat het wel meeviel. Nu vind ik het heel dubbel…”

Ze zwijgt even en vervolgt dan: “Ik deed eens een dagcursus bij een paardenfysio. Hij vroeg ons op een gegeven moment hoe het kwam dat zoveel paarden zoveel mankeerden. “Omdat jullie erop willen rijden,” was zijn antwoord. Dat heeft me erg aan het denken gezet.”

Toch gaan de kinderboeken van Gertrud voor een belangrijk deel wel degelijk over paardrijden. Het voornaamste doel van Emma, hoofdpersonage in de serie Droompaarden, is bovenal om steeds beter te leren rijden, om dat uiteindelijk op haar explosieve lievelingspony Espresso te kunnen doen. 

“Ik moet ergens aansluiten met mijn boeken. Je kunt niet alles in één keer veranderen,” legt Gertrud uit. “En als kinderen plezier hebben, zonder geruk en gepluk, ben ik niet tegen rijden.”

Datzelfde geldt wat Gertrud betreft voor het gebruik van hoefijzers en een bit. “In sommige gevallen kan ik me voorstellen dat ijzers nodig zijn, voor therapeutische doeleinden. Maar al die dingen worden toegepast, omdat wíj paarden dan beter kunnen gebruiken. Ik vind niet dat je vandaag de dag geen keuze meer hebt om het anders te doen. De excuses van veel eigenaren zijn vaak erg intrigerend…”

De schrijfster beschouwt haar boeken als een middel om bij te dragen aan een beter leven voor paarden. Want vroeg geleerd is later wellicht anders gedaan!

In haar verhalen is zodoende heel veel aandacht voor paardenwelzijn. Kernwaarden als bewegingsvrijheid en sociaal contact tussen paarden komen voortdurend terug. De ene keer overduidelijk, de andere keer wat meer tussen de regels door.

De pony’s op Manege de Zonnehoeve leven bijvoorbeeld in een prachtig paddock paradise en komen in hun dagelijks onderhoud niets te kort. Tussendoor ziet eigenaresse Carolien er streng op toe dat haar dieren door iedereen eerlijk worden behandeld.

“In het boek Pony van goud wordt pony Goldy op een bepaald moment gereden met een slofteugel. Eigenaresse Carolien ontploft dan bijna!,” vertelt Gertrud.

Heel treffend is het verhaal over Lottie in het boek Help, ik ben een pony. Daarin verandert Lottie door het eten van een paardensnoepje plotsklaps zélf in een pony. “Lottie ervaart dan hoe het is om een pony te zijn, om opgesloten te zijn in een box en gereden te worden.” Het meisje is van mening dat zij voor haar eigen pony Salsa de perfecte eigenaar en ruiter is, maar Salsa vertelt haar ronduit dat dat niet zo is.

Zoeken naar een gelijkwaardige relatie

Mede door alle kennis ging het idee om zelf nog op een paard te kruipen Gertrud steeds meer tegen staan.

“Ik wilde heel graag een gelijkwaardiger relatie en heb het jaren lang best moeilijk gehad met de vraag hoe ik me moest opstellen tegenover mijn paarden. Vroeger dacht ik tijdens het rijden wel eens dat ik één was met mijn paard, dat we allebei hetzelfde wilden. Maar als ik daar nu aan terug denk, vind ik het bijna gênant. Want eigenlijk gaf mijn paard zich op zo’n moment helemaal over. Rijden is per definitie een ongelijkwaardige relatie.”

Daar bovenop kwamen Gertrud’s eigen fysieke beperkingen, als gevolg van ernstige bekkeninstabiliteit na de bevalling van haar dochter.Toen zelfs mennen geen optie meer was, was de keuze dan ook snel gemaakt: wandelen! Gertrud en haar huidige IJslandse merrie Flikka leggen samen heel wat kilometers af. Zij aan zij ontdekken ze de wereld.

“Ik heb nu een heel ander contact, een heel andere verhouding. Wandelen is voor mij niet een paard aan een strak touw houden. Flikka kan onderweg alles bekijken. Ze kan af en toe eten, zich krabben en zelfs rollen als ze dat wil,” aldus Gertrud. “Toch realiseer ik me heel goed dat ik nog steeds – letterlijk – de touwtjes in handen houd. Ik bepaal immers waar we naar toe gaan, hoe lang we wegblijven, hoe vaak ze mag eten, hoe ze leeft etcetera.”

Door die vrijheid laat Flikka steeds meer karaktereigenschappen van zichzelf zien. Ze heeft zich inmiddels ontpopt als een behoorlijk extraverte tante. “Het liefst wil ze alles onderzoeken en elke oprit op. Ik stimuleer haar ook om dingen te ontdekken, zoals laatst een geparkeerde motorfiets. Maar toen ze in de handrem begon te bijten, heb ik haar maar snel meegenomen! Alleen de reacties onderweg zijn soms vervelend. Ik hoor zo vaak ‘hé, je moet erop gaan zitten!’. Maar als je daar over nadenkt; eigenlijk zou het andersom moeten zijn!”

De prachtige kleine merrie is overigens zadelmak, maar geeft heel duidelijk aan geen plezier te ervaren in rijden. Een ruiter komt er dus ook niet voor Flikka. “Geen sprake van! Waarom?! En al is ze maar 1,27m; ik zou er niet eens op dúrven!”, roept Gertrud met een grote glimlach.

De serie Droompaarden rondde ze afgelopen zomer af. De formule, waarbij Emma middels een paardenbeeldje in een andere wereld terecht komt, is volgens de schrijfster nu wel uitgeput. Voor Manege de Zonnehoeve ligt dat anders. Daarin spelen ook andere thema’s als pesten een rol.

Naast Manege De Zonnehoeve en Droompaarden schreef Gertrud ook boeken voor oudere kinderen en volwassenen over ‘zware’ onderwerpen als ziekte en dood en seksueel misbruik in een paardensetting. Ook in deze boeken is steeds weer aandacht voor de omgang met en de wijze van paarden houden.

Voorlopig is Gertrud dus nog lang niet uitgeschreven. Al was het maar omdat er nog genoeg te winnen valt in paardenland. “Er is nog veel te doen. Dat is mijn drive,” besluit ze.