Paard en Boog

Niet geschoten is altijd mis

Ruiterboogschieten kent alleen maar voordelen

Je paard staat te trappelen van ongeduld. Hij weet precies wat de bedoeling is van dit spel. Je focust je op het eerste doel, gaat lichtjes staan in je beugels.. En dan.. Gaan! Met een volledig losse teugel stuiven jullie samen de baan op. Je legt aan… Vuur! En nog eens! Vol automatisch draait je lijf zich alle kanten op, terwijl de paardenbenen onder je door stuiven. Jullie zijn één. Samen kunnen jullie de wereld aan!

Ruiterboogschieten. Vandaag de dag is het folklore. Tijdverdrijf dat haast verheven is tot kunst. Maar ooit veroverden complete legers op deze manier de halve wereld.

Wát een ruiters moeten dat geweest zijn! Wat een eenheid moeten die gevormd hebben met hun paard!

.. moet ook Arno Hendriks (34) gedacht hebben, toen hij een jaar of vijf geleden het spel Mount & Blade speelde op zijn computer en zich daar vergaapte aan de boogschietkunsten van een ruitervolk.

Arno: “Ik heb de volgende dag meteen zelf een ruiterboog gekocht. Daar zat een boekje bij van de Hongaar Lajos Kassai, de stichter van onze ‘sport’.”

Getooid met boek en boog zette Arno thuis een boogschietbaan uit op zijn weiland en sloeg er samen met zijn draver Volare dapper aan het oefenen.

Maar al snel liepen ze vast.

“Het probleem was vooral dat ik niet snel genoeg kon laden,” vertelt Arno. Voordat hij zijn boog goed en wel gespannen had, was Volare, die er flink de gang in kan zetten, de baan al over.

Op zoek naar les kwam Arno uit bij de Horsebackarchers of Holland, een kleine club enthousiaste ruiterboogschieters.

Intussen zat enkele honderden kilometers verderop de op dat moment geblesseerde José Membrilla van Leeuwen (32) enigszins verveeld op het internet te snuffelen. Ook zij stuitte op de Horsebackarchers en besloot zich op te geven.

Tijdens een weekend waar ook de befaamde Hongaarse familie Némethy aanwezig was, een bekende naam in het ruiterboogschieten, werden de twee gegrepen; door de sport, maar naar later bleek ook door elkaar.

José verhuisde uiteindelijk met paard en al naar Arno in Sprang-Capelle. Samen richtten ze in januari 2016 hun bedrijf Paard en Boog op.

Vandaag de dag reizen ze bijna wekelijks met een auto volgeladen door het land om het ruiterboogschieten te promoten en er les in te geven. Zo ook vandaag.

Start vanaf de grond

Een tweetal ruiters en vijf amazones hebben zich ingeschreven voor een les, georganiseerd op Stal Mansour, in Arnhem. Allemaal beginners, maar ze hebben al wel eerder les gehad van Arno en José.

Terwijl de deelnemers zich verzamelen, zetten Arno en José de spullen klaar. En dat is niet weinig!

Ik sta versteld wat er aan materiaal uit de oude Volvo wordt getrokken. Voor een lesje ruiterboogschieten heb je blijkbaar wel wat meer nodig dan alleen een pijl en boog.

Misschien wel het belangrijkste is de leukoplast. Om mij heen zie ik iedereen druk in de weer met schaar en pleisters. Dat belooft wat. Maar de tape is gelukkig slechts ter preventie. Want die pijlen kunnen lelijk striemen!

Enthousiast helpt iedereen een handje mee met opbouwen. In een mum van tijd is de manegebak veranderd in een heuse schietbaan met in het midden drie grote schietschijven.

Na een korte warming up mogen de deelnemers hun eerste schoten lossen.

“Elke les begint standaard vanaf de grond,” zegt José. Ze laat me de belangrijkste uitgangsposities zien: een schot vooruit, zijwaarts en achterwaarts.

De deelnemers oefenen intussen de verschillende posities. Hier en daar sturen Arno en José hen wat bij en schaven wat aan hun techniek. Het is een mooi schouwspel.

Terwijl ik iedereen zo bezig zie, valt het me op dat ze niet allemaal op dezelfde manier schieten. Logisch, denk ik. Want net als bij tennis of gitaar spelen, zal een linkshandige de boog wel precies andersom vasthouden.

Maar zo simpel ligt het niet.

José: “Het gaat erom welk oog dominant is. Als dat je andere oog is, moet je de boog dus met je andere hand vasthouden.”

Ze vertelt hoe ze het als kind altijd al leuk vond om met pijl en boog te schieten, maar er nooit goed in was. Tot ze er – met een simpel ogentestje – achter kwam dat haar andere oog dominant was. Na het omdraaien van de boog, bleek ze er wel degelijk aanleg voor te hebben.

Ondertussen doet José de ogentest met mij. Tot mijn verbazing blijkt mijn rechteroog dominant, terwijl ik toch echt linkshandig ben.

Enkele deelnemers beschikken over een eigen boog en pijlen, maar de meesten gebruiken het materiaal van Paard en Boog.

Een ruiterboog is dan ook niet zomaar een boog.

“De vorm is compacter, waardoor die meer kracht heeft en de pijl meer snelheid krijgt,” legt Arno uit. “De boog, bestaande uit een handvat en twee werparmen, die beide overlopen in de zogenaamde ‘siyah’, is van gelamineerd hout, gecombineerd met glasfiber. Dat maakt de boog stabieler en steviger.” Hij waarschuwt voor een miskoop: “Koop geen boog in Nederland, maar een uit Hongarije.” De prijs is ernaar, maar de kwaliteit ook, weet de kenner.

Pijlen zijn verkrijgbaar in allerlei verschillende soorten en maten.

Arno: “De besten zijn van carbon. Ze zijn kaarsrecht, sterk en ultralicht, zodat je ze blindelings kunt pakken. Het goedkoopst zijn die van hout. Maar die zijn ook snel kapot, net als die van bamboe. En er zijn er van aluminium, maar dat verbuigt.”

Hoe kwetsbaar de pijlen zijn, blijkt wanneer iemand mist en een pijl zich in het hout van de bakrand boort. De pijl is direct rijp voor de container.

Te paard! 

De paarden zijn gehaald. Tijd voor het échte werk. Een voor een mogen de combinaties de baan rond.

Paard en Boog geeft haar lessen in Hongaarse stijl, wat inhoudt dat de ruiter de pijlen in de hand houdt waar ook de boog in rust. De pees van de boog wordt getrokken met de vingers. De pijlen worden ‘geschikt’ in een waaier en dus direct vanuit de hand gepakt. Ze kunnen dan meteen worden geladen of ‘genokt’.

Tijdens een ‘run’ vuurt de ruiter meerdere pijlen af op een doel – het zogenaamde ‘blazoen’ of ‘doelpak’. De baan, 90 meter lang, telt drie doelpakken in het midden. De ruiter mag zoveel pijlen afschieten als lukt.

Makkelijker gezegd dan gedaan.

Stel je even voor: in verlichte zit moet je vanaf een schommelende paardenrug een pijl aanleggen, afschieten en liefst ook nog ráák schieten.

Daarbij kost het natuurlijk tijd om een paard te wennen aan het geluid van het boogschieten.

“Maar juist als je een bang paard hebt, zou ik dit gaan doen. Op die manier maak je ‘m mak voor nieuwe situaties,” pleit Arno. “Je ontwikkelt vertrouwen tussen jou en je paard.

‘Je móet wel loslaten. Letterlijk. Je wordt er handig van. Er zijn eigenlijk geen tegens,” stelt José.

De manegepaarden van Mansour zijn wel wat gewend en schrikken niet zo snel. Maar ze maken het de ruiters niet allemaal even makkelijk. Een paar proberen er bij het begin van de baan steeds weer tussenuit te piepen.

Toch slaagt uiteindelijk iedereen erin een aantal runs te rijden en behoorlijk goed te schieten. Een deelnemer lukt het zelfs vanuit galop. Het is een compliment waard, ook aan instructeurs Arno en José.

Op dit moment is ruiterboogschieten in Nederland nog maar een piepkleine discipline – naar schatting zullen zo’n honderd mensen de sport nu beoefenen. Maar mede dankzij de bevlogenheid van deze twee krijgt het langzaam maar zeker meer en meer bekendheid.

Toch zullen beiden voorlopig hun andere werk moeten aanhouden om rond te kunnen komen.

Na twee uurtjes is de les ten einde. De paarden worden teruggebracht en alles dat uit de auto kwam, gaat er weer in. Een beetje proppen en dan past het best.

Terwijl ik later voldaan en geïnspireerd het terrein afrijd, bedenk ik me dat ik tóch iets vergeten ben: ik ben vergeten zélf te schieten..